Het klinkt eenvoudig: de Omgevingswet regelt alles voor de ruimte waarin we wonen en werken. De praktijk blijkt een stuk complexer, zo leert een speciale rondetafelsessie van Yacht over de invoering van de nieuwe wet per 1 januari 2024. Gastspreker Wico Ankersmit heeft het over ‘een sprookjesfilm’, met de veelzeggende toevoeging dat hij niet in sprookjes gelooft als enkel doelen worden gesteld en geen regels voor uitvoering worden opgesteld. Alice van de Geest is positiever en pleit voor ‘gewoon beginnen met een onderdeel van de Omgevingswet’. Een verslag over het plakken van banden, een déjà vu en bang durven zijn.
Soepel en veel sneller
Wat is het doel van de Omgevingswet? In een toelichting van de Rijksoverheid gaat het over te veel regels voor een veilige en prettige woon- en werkomgeving. Projecten voor bijvoorbeeld de bouw van woningen en de aanleg van wegen lopen daardoor veel vertraging op of gaan zelfs helemaal niet van start. De Omgevingswet bundelt die regels (van 26 wetten naar één wet!) en zorgt voor een samenhangende aanpak tussen alle betrokken partijen. De aanvraag van een vergunning gaat op deze wijze soepeler en veel sneller, zo klinkt het.
Niet in sprookjes geloven
Tijdens de rondetafelsessie van Yacht half november in Utrecht trekt Wico Ankersmit de woorden van de overheid ‘eenvoudig beter’ in twijfel. Hij weet waarover hij praat. Wico Ankersmit is al dertien jaar directeur van de Vereniging Bouw- & Woningtoezicht Nederland en heeft daarnaast een eigen adviesbureau dat actief is op onder meer het vlak van wet- en regelgeving. Onderhoudend en prikkelend boeit hij het aanwezige gezelschap, dat bestaat uit professionals die implementerend, automatiserend, juridisch en/of handhavend met de Omgevingswet te maken hebben (of binnenkort gaan krijgen). “Mijn angst is dat er bij tal van gemeenten mooie visies worden geschreven met nog mooiere doelen, maar dat er geen omgevingsplan komt dat aangeeft hoe alles met nieuwe regels te realiseren. Het gevolg: alles blijft bij hoe het nu is. Met enkel een visie, waarbij niet is getoetst op haalbaarheid, is de Omgevingswet een sciencefiction- of een sprookjesfilm. En in sprookjes geloof ik niet.”
Gewoon heel complex
De Omgevingswet bezorgt Wico Ankersmit een déjà vu, zo geeft hij aan. De gedachten gaan terug naar 2010, toen de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) werd ingevoerd. De Wabo wordt gezien als de eerste fase van de transitie in de fysieke leefomgeving, en die wordt nu door de Omgevingswet voortgezet. “Veel is nu nog zoals het toen was. Eigenlijk ook niet raar, want we leven met 17 miljoen mensen op een klein stukje land. Dat maakt alles gewoon heel complex. Maar de fysieke leefomgeving verandert dagelijks. Dat was voor de Wabo, na invoering van de Wabo en ook nu met de komst van de Omgevingswet.”
Woud aan regels
Wil de Omgevingswet de bouwwereld wel ‘eenvoudig beter’ maken, dan moet er volgens Wico Ankersmit een forse stap worden gezet op het vlak van regelgeving. “In tachtig procent van de gevallen wordt in sommige gemeenten in ons land nu een vergunning verleend die afwijkt van het bestemmingsplan. Dan zeg ik: maak die regels ruimer zodat die tachtig procent daar binnen valt en schrap de regels die je toch niet wilt handhaven. Geef in plaats daarvan kaders waarbinnen de bouwwerkzaamheden mogen plaatsvinden. Dit is de enige manier om het woud aan regels uit te dunnen en tot een werkbare situatie te komen.”
Hij vergelijkt de huidige wetten en regels ook wel met een weg vol punaises. “Je rijdt altijd wel op iets dat niet mag of kan, waardoor het continu banden plakken is om verder te kunnen”, aldus Wico Ankersmit, die ook benadrukt dat er wel regels moeten blijven. “We moeten niet naar het Belgische scenario, waar het motto lijkt: bouw maar raak voor een knaak.”
Realistisch optimistisch
Voorafgaand aan de bijdrage van Wico Ankersmit is het woord aan Alice van de Geest, bij BMC actief als adviseur implementatie Omgevingswet Fysiek Domein. Ze vertelt over haar ervaringen in de rol van projectleider invoering Omgevingswet bij haar huidige opdrachtgever, de gemeente Lansingerland. De integrale aanpak, het belang van een omgevingsplan, de betekenis van de Omgevingswet in de praktijk: tal van onderwerpen komen ter sprake. “Ik ben realistisch optimistisch over de invoering van de wet”, zo geeft Alice van de Geest aan. “Met realistisch doel ik op de feiten dat de Omgevingswet per 1 januari ingaat en dat dit veel veranderingen en veel werk met zich meebrengt. Het optimisme is bij mij gebaseerd op het perspectief dat de wet biedt. De Omgevingswet biedt de kans om met z’n allen slimmer te gaan werken. En wat mij bovenal aanspreekt: er is volop oog voor de aanvrager van de vergunning.”
Toekomstbestendige aanpak
Alice van de Geest geeft aan dat de Omgevingswet het proces veel transparanter maakt. “De initiatiefnemer van de vergunningaanvraag zit vanaf het begin aan tafel. Samenwerking staat centraal, van bestuur en ambtenaar tot aanvrager. Met bovendien ook de blik op wat vanuit de samenleving nodig is om integrale afwegingen te maken. Alles in de geest van de wet. Zetten we met elkaar deze stappen, dan komen we naar mijn mening tot het noodzakelijke toekomstbestendig organiseren van de overheid.”
Ook Alice van de Geest beseft en ervaart dat er (volop) weerstand is. “Omdat veel nog niet helder is”, zo verklaart ze. En: “Er is nog een gapend gat tussen veel beleidsmakers en de nieuwe werkwijze die de Omgevingswet vergt. Beleid blijft vaak hangen in hoe het nu gaat, met als gevolg een gedrocht van een plan onder de Omgevingswet. Dat komt de duidelijkheid zeker niet ten goede. Toch zeg ik volmondig: laat je niet weerhouden door alle frustraties, maar begin gewoon met een onderdeel van de Omgevingswet. Stap voor stap vooruit. En ja, ik weet dat er nog heel veel moet gebeuren. Ik denk zelfs dat dit nog zo’n tien jaar in meer en mindere mate een worsteling is, om uiteindelijk te komen waar we willen zijn. Gekeken naar de grootte van de opgave en het beperkt aantal beschikbare mensen, moet goed worden nagedacht over de keuzes en de consequenties van de regels op het vlak van uitvoerbaarheid.”
Toezicht en handhaving
Samen door de zure appel heen bijten, dat lijkt het credo van Alice van de Geest. Dat geldt zeker ook voor medewerkers van toezicht en handhaving, die in de ogen van zowel Alice van de Geest als Wico Ankersmit nog zware jaren tegemoet gaan door enerzijds alle onduidelijkheid en anderzijds de ongetwijfeld lange overgangsperiode tot de omgevingsplannen echt concreet en klaar zijn. Beiden pleiten ervoor om deze discipline aan de voorzijde al te betrekken bij het opstellen van de plannen die onder de Omgevingswet komen te liggen. In een essay op de site aandeslagmetdeomgevingswet.nl gaat Wico Ankersmit hier uitvoerig op in.
Angst voor kiezen van veilige weg
De te maken plannen ziet Wico Ankersmit, als vervolg op zijn eerdere metafoor met de filmwereld, als het noodzakelijke script. “Willen we af van het sprookjes- of sciencefictiongenre, dan moet er een script komen dat beschrijft hoe we de weg naar de gestelde doelen en het gewenste resultaat bewandelen”, aldus Wico Ankersmit, die na alle vraagtekens en prikkelingen in de loop van de middag ook aangeeft wel degelijk de kansen te zien die de Omgevingswet biedt. Dat verandering en verbetering mogelijk zijn, ook daarvan is hij overtuigd. Maar of het gaat gebeuren? Hij heeft er bij een deel van de gemeenten een zwaar hoofd in. Wico Ankersmit: “De Omgevingswet verplicht tot niks. Alles kan en mag in principe bij het oude blijven. Mijn angst is dat voor de veilige weg wordt gekozen. Mensen zijn bang om langs het ravijn te lopen. Wie durft de regels te schrappen waarop toch niet wordt gehandhaafd? Het vraagt om lef. Het implementeren van de Omgevingswet vereist bang durven zijn.”
Klaar voor de Omgevingswet?Check onze brochure