Van prijsvechters naar koplopers op het gebied van duurzaamheid, dat is waar Jorrit Kalt zich bij de gemeente Amsterdam voor inzet. In de rol van categoriemanager Verhardingen bij het ingenieursbureau zet hij momenteel het onderhoud van het Amsterdamse areaal verhardingen op de markt. Dit gaat om een waarde van 200 miljoen euro per jaar. Volgens Jorrit moet er vooral gekeken worden naar circulariteit. Denk hierbij aan hergebruik van materialen en productiemethodes die minder milieubelastend zijn.
Van constructeur naar adviseur
Van constructeur rolde Jorrit geleidelijk door naar het vak van inkoopadviseur. Doorslaggevend hiervoor was het project Plofsluisbrug. Een fietsbrug tussen de gemeenten Nieuwegein en Houten, over het Amsterdam-Rijnkanaal. Door de aanbesteding in te richten als een ‘beauty contest’ met vooraf de prijs als vast gegeven, ontstond er een optimale samenwerking met de uiteindelijke aannemer. Vanaf dit punt is Jorrit zich nadrukkelijk gaan richten op andere manieren van inkopen. Hij is ervan overtuigd dat dit de enige manier is waarop duurzaamheidsambities gerealiseerd kunnen worden.
Van stadsdelen naar centraal
Een meerwaarde van deze manier van werken, is dat het ingenieursbureau zijn kerntaken kan verschuiven. Van het leveren van ontwerpen en constructieve berekeningen, kan zij meer op zoek gaan naar een samenwerking met de marktpartijen. Rijkswaterstaat en Prorail werken al langer op deze wijze en hebben hun organisaties hiermee weten af te slanken. Maar zover gaat het ingenieursbureau niet. Jorrit: ''De enorme vraag naar woningen en het vereiste onderhoud aan de oude bruggen en kademuren, maken dat we nog steeds handen tekort komen bij het ingenieursbureau. Sterker nog, de laatste jaren is het aantal medewerkers zelfs verdubbeld. De ingenieurs van de stadsdelen zijn namelijk ook aangeschoven.''
Gelijk met de nieuwe aanbesteding van het onderhoud van Amsterdamse verhardingen, wordt ook de verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud verschoven. Voorheen waren de stadsdelen zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van pleintjes en de aanleg van rode fietspaden. Nu wordt de inkoop centraal en dus minder versnipperd geregeld. Door deze centralisatie heeft Jorrit een gouden kans om een omslag te bewerkstelligen.
Nieuwe raamovereenkomsten
Meer duurzaamheid door een gedeelde verantwoordelijkheid met de marktpartijen. Jorrit heeft Amsterdam opgedeeld in segmenten en de segmenten weer in percelen. Zelf zegt hij hierover: ''Door de strategische samenstelling van inkooppakketten, wordt de markt optimaal benaderd. Kleine hapjes voor de MKB-bedrijven en grote brokken voor de bouwconcerns. De raamovereenkomsten die nu klaarliggen, gaan niet over prijs en planning maar over duurzaamheid en samenwerking. Hoe krijgen we de ambities samen voor elkaar? Met deze samenwerkingsovereenkomsten hoop ik een prikkel te kunnen geven om stadsbreed grote stappen te kunnen zetten.'' De informatiebijeenkomst voor marktpartijen is al geweest en er werd meer positieve feedback gegeven dan kritische vragen gesteld. Vanuit de markt is er welwillendheid.
Grote stappen concreet
Leuk natuurlijk dat babbelen over duurzaamheid, maar waar hebben we het concreet over? Welke acties kunnen de verschillende bedrijven ondernemen? Denk aan een lagere emissie door transport over water, personeel uit de buurt, aanvoer van materialen per trambaan en het gebruik van elektrisch materiaal. Jorrit maakt hierbij wel een kanttekening: ''Je kunt de markt alleen maar uitdagen op zaken waar ze ook echt invloed op kunnen uitoefenen. De gemeente zelf heeft hier ook een belangrijke taak in. Als de markt elektrisch materieel wil inzetten, dan zal de gemeente ook moeten investeren in oplaadpunten die hiervoor geschikt zijn.''
De gemeente heeft al belangrijke stappen gezet in de circulariteit van de productie van betontegels en het hergebruiken van straatklinkers. Het beperken van de milieubelasting bij de productie van asfalt ligt wel weer grotendeels bij de markt.
Groot is vaak ook log
De gemeente Amsterdam kent een zeer ambitieuze agenda gericht op duurzaamheid en er liggen straks ook fantastische samenwerkingsovereenkomsten klaar. Toch zal het nog tijd nodig hebben voordat de ambities op het gebied van duurzaamheid zijn vervlochten in de organisatie. De projectteams worden nog steeds afgerekend op planning, budget en het beperken van omgevingshinder. Daar zijn door de jaren heen veel processen op ingericht, die met een duurzaamheidsagenda niet zomaar veranderen. Zeker niet in een organisatie zo groot als de gemeente Amsterdam. Bovendien werkt de traditionele inkoopwijze en de sturing op prijs en planning voor veel projecten ook nog gewoon goed.
Maak gebruik van wat er is
Jorrit geeft aan dat Amsterdam voor de aanbesteding van het wegenonderhoud niet overal het wiel voor hoefde uit te vinden. ''We hebben veel kennis uitgewisseld met Rijkswaterstaat en andere gemeenten. Er bleek al veel voor het oprapen te liggen. De CO2-prestatieladder bijvoorbeeld, of het berekenen van de milieubelasting bij beton en asfaltproductie. Dat zijn inmiddels beproefde methoden die we op onderdelen hebben geoptimaliseerd. Andere gemeenten kunnen hier ook weer gebruik van maken.''
Verduurzaming vraagt om de juiste instelling
Jorrit: ''We moeten ervoor zorgen dat de projectteams naast planning en budget ook worden afgerekend op duurzaamheid.'' Hij realiseert zich dat de invulling van duurzaam inkopen nog te afhankelijk is van de persoonlijke instelling van de adviseurs die bij de voorbereiding zijn betrokken. Dat geldt ook voor hem, al ziet hij zichzelf niet direct als duurzaamheidsdeskundige. ''En dan krijg je te maken met een enorm inkoopvolume aan zeer milieubelastende werkzaamheden. Dat heeft me wel gemotiveerd. Ik hoop dat we uiteindelijk met de marktpartijen tot een samenwerking en verduurzaming komen zodat de chinezen van ons gaan afkijken. Dan maak je echt het verschil.''